In onze school hebben we oog voor elk kind met zijn eigen mogelijkheden.
Vaak hebben leerlingen nood aan extra uitleg of wat meer oefening van leerstof. Hiervoor maken we in de klassen en klasoverstijgend extra tijd en ruimte vrij.
Maar ook leerlingen die erg sterk zijn en een ontwikkelingsvoorsprong hebben vergeleken met hun leeftijdsgenootjes, hebben noden. Daarom krijgen zij , in meer of mindere mate, een ander aanbod binnen de klas toegevoegd aan de gewone klaswerking.
Dit aanbod bestaat in ander, meer uitdagend werk voor wiskunde en , afhankelijk van het kind, voor andere vakken waar zich mogelijkheden voordoen zoals taal, spelling, W.O. en Frans.
De werking bestaat in het schrappen van oefeningen die te weinig uitdaging bieden en deze te vervangen door oefeningen die meer denkwerk vragen.
Het is dus niet vooruitwerken met leerstof van een hoger leerjaar, maar wel het aanbieden van moeilijkere toepassingen op de leerstof die leerlingen in hun eigen leerjaar krijgen.
Het doel van deze werking is om de werk –en studiehouding te versterken. Dit blijkt immers voor deze kinderen de grote struikelblok te zijn eens ze in de hogere leerjaren maar vooral in het secundair onderwijs belanden.
Tijdens het MDO worden deze kinderen eveneens goed opgevolgd. Indien de verdiepingsleerstof in de klas nog niet voldoende blijkt, is er nog een extra aanbod voor kinderen in de kangoeroeklas. Dit bestaat uit het werken aan projecten, filosoferen, breinkrakers, … Het opnemen van kinderen in de kangoeroeklas gebeurt steeds in overleg met de ouders.
Kangoeroewerking kan georganiseerd worden vanaf het 4 de leerjaar.
De kinderen gaan hiervoor gedurende 1,5 lesuur uit de klas in overleg met de klasleerkracht. De leerstof die op dat moment in de klas wordt verwerkt, verwerken deze leerlingen zelfstandig op een ander moment.
De kangoeroeklas richten we in met volgende doelstellingen:
- De werkhouding versterken
- Contact met ontwikkelingsgelijken binnen de school
- Studievaardigheden optimaliseren
- Omgaan met fouten maken